Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG3342

Datum uitspraak2008-10-23
Datum gepubliceerd2008-11-05
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers319212 / KG ZA 08-1144
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Staedion is eigenaar van een bedrijfsruimte met bovengelegen woning. Het pand heeft (in elk geval) tot in augustus 2008 langere tijd leeggestaan. Krakers hebben het pand op enig moment gekraakt. Staedion vordert de krakers te veroordelen het pand te ontruimen, met machtiging de ontruiming zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie te bewerkstelligen, en met bepaling dat dit vonnis gedurende een jaar ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging bevindt in het pand of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet. Vordering afgewezen.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht - voorzieningenrechter Vonnis in kort geding van 23 oktober 2008, gewezen in de zaak met zaak- / rolnummer: 319212 / KG ZA 08-1144 van: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Staedion, gevestigd te Den Daag, eiseres, advocaat mr. M.C.L. Gimbrère te Den Haag, tegen: Zij die verblijven in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Den Haag aan de [adres], gedaagden, van wie verschenen zijn [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], advocaat mr. J. Frissen te Den Haag. Partijen zullen hierna worden aangeduid als Staedion en de krakers. 1. De feiten Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 16 oktober 2008 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan. 1.1. Staedion is eigenaar van de bedrijfsruimte met bovengelegen woning aan de [adres] te Den Haag (hierna: het pand). Het pand heeft (in elk geval) tot in augustus 2008 langere tijd leeggestaan. 1.2. Vanaf juli 2008 is tussen Staedion en de heer [A] gecorrespondeerd over de mogelijkheid van het sluiten van een bruikleenovereenkomst, waarbij [A] het pand voorlopig kosteloos zou kunnen bewonen. Bij e-mail van 13 augustus 2008 heeft Staedion aan [A] een conceptbruikleenovereenkomst gestuurd. Bij e-mail van 14 augustus 2008 heeft [A] aan Staedion bericht akkoord te gaan met een ingangsdatum van 1 september. Op enig moment hebben Staedion en [A] de bruikleenovereenkomst ondertekend. 1.3. De krakers (vader en zoon) hebben het pand op enig moment, kort voordat [A] op 3 september 2008 het pand wilde bezoeken, gekraakt. 1.4. [A] woont thans in [plaats] als antikraakwacht via [X] Beheer. 2. De vorderingen, de gronden daarvoor en het verweer 2.1. Staedion vordert - zakelijk weergegeven - de krakers te veroordelen het pand te ontruimen, met machtiging de ontruiming zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie te bewerkstelligen, en met bepaling dat dit vonnis gedurende een jaar ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging bevindt in het pand of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet. 2.2. Daartoe voert Staedion - zakelijk en verkort weergegeven - het volgende aan. Staedion heeft een zwaarwegend en spoedeisend belang bij ontruiming van het pand. Staedion kan nu niet aan haar verplichtingen uit de bruikleenovereenkomst voldoen. [A] moet op korte termijn zijn huidige woning verlaten. Verder is er door diverse omwonenden geklaagd dat de krakers overlast veroorzaken. De omwonenden zijn bang voor de krakers en durven daarom geen verklaring af te leggen. Van belang is ook dat de krakers het pand gebruiken voor commerciële doeleinden en de bedrijfsruimte onderverhuren. 2.3. De krakers voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken. 3. De beoordeling van het geschil 3.1. Op zichzelf vormt de kraak van het pand een inbreuk op het eigendomsrecht van Staedion. Dat neemt niet weg dat toewijzing van de ontruimingsvordering dient te worden gerechtvaardigd door een zeker (spoedeisend) belang aan de zijde van Staedion, dat de belangen van de krakers om (voorlopig) in het pand te blijven wonen overstijgt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is onvoldoende aannemelijk dat Staedion een dergelijk belang heeft. Overwogen wordt als volgt. 3.2. Staedion heeft - goed beschouwd - twee argumenten naar voren gebracht: (1) de door de krakers veroorzaakte overlast en (2) haar verplichtingen op grond van de bruikleenovereenkomst. Kennelijk in verband met het tweede argument heeft Staedion ook gewezen op de belangen van [A]. 3.3. De krakers hebben gesteld dat zij tweeëneenhalf jaar dakloos zijn geweest, nu al lange tijd naar een woning zoeken, van logeeradres naar logeeradres gaan en aldus in ernstige woningnood verkeren. Zij staan ingeschreven in het systeem van de plaatselijke woningcorporaties maar komen (nog) niet voor een woning in aanmerking. Omdat ze slechts een daklozenuitkering hebben, kunnen ze evenmin terecht op de particuliere huurmarkt, aldus de krakers. Staedion heeft deze stellingen op zichzelf niet betwist. 3.4. Van belang is dat Staedion haar (vergaande) stellingen voor wat betreft de overlast niet met bewijsstukken heeft onderbouwd. Verklaringen van de door Staedion bedoelde omwonenden ontbreken. Evenmin heeft de desbetreffende wijkagent, die volgens Staedion wel van de kraak op de hoogte is, een verklaring afgelegd; volgens Staedion is deze op vakantie. De krakers hebben de beschuldigingen betwist. Zij hebben een 'Verklaring van geen overlast' overgelegd, die is ondertekend door een aantal buurtbewoners. De voorzieningenrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat Staedion haar beschuldigingen onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Voor wat betreft de stelling van Staedion dat de omwonenden uit angst geen verklaring hebben durven afleggen, geldt dat deze stelling, wat hier ook van zij, aan dit oordeel niet kan afdoen. Het is overigens niet aannemelijk dat inderdaad geen verklaring overgelegd had kunnen worden van de wijkagent dan wel van diens vervanger. 3.5. Het tweede door Staedion aangevoerde argument is niet overtuigend. Niet aannemelijk is dat [A] in de gegeven omstandigheden in rechte nakoming van de bruikleenovereenkomst zal (kunnen) afdwingen. Verder legt het gestelde met betrekking tot de woonsituatie van [A] onvoldoende gewicht in de schaal. [A] heeft ter zitting verklaard in elk geval nog tot december 2008 in zijn huidige woning te kunnen blijven wonen. Daarnaast is het goed voorstelbaar dat hij op korte termijn een andere woning kan krijgen via [X] Beheer. Het feit dat de huidige woning van [A] in [plaats] minder gunstig ligt ten opzichte van zijn werk in [plaats 2], zoals [A] ter zitting heeft gezegd, acht de voorzieningenrechter in dit kader van ondergeschikt belang. 3.6. Opgemerkt wordt nog dat Staedion evenmin aannemelijk heeft gemaakt dat de krakers in het pand een bedrijf uitoefenen dan wel de bedrijfsruimte onderverhuren aan een derde. Ook wat dit betreft ontbreekt ieder bewijsmateriaal. 3.7. De slotsom is dat er onvoldoende grond bestaat voor toewijzing van de vordering. 3.8. Staedion zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. 4. De beslissing De voorzieningenrechter: - wijst de vordering af; - veroordeelt Staedion in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van de krakers begroot op € 1.070,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 254,-- aan griffierecht, welke kosten op de voet van artikel 243 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moeten worden betaald aan de griffier van deze rechtbank. Dit vonnis is gewezen door mr. P.A. Koppen en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2008. SV